Door Stichting Time Design, zijn er diverse interviews gehouden met nachtwerkers of mensen die ervaring hebben met nachtwerk. Hieronder leest u de ervaring van Rob Hoogervorst, werkzaam bij de politie.

We kennen allemaal de politie en we denken ook allemaal te weten waar de politie zich mee bezighoudt, maar hoe zien de nachtdiensten van de politie er eigenlijk uit? En hoe ervaren de agenten het nachtwerk? Rob Hoogervorst, 41 jaar oud, werkzaam bij de politie als operationeel expert/leidinggevende, vertelt ons alle ins and outs. Op de vraag wat zijn functie precies inhoudt gaf Rob het volgende antwoord: “Ik geef sturing aan agenten in operaties tijdens de vroege, late en nachtdiensten. Daarnaast ben ik de hulpofficier van Justitie en officier van dienst van de politie. Binnen de politie zijn er drie dienstverbanden: ochtenddienst, avonddienst en nachtdienst en bij elk dienstverband moet, kort gezegd, een officier van dienst en een hulpofficier van justitie aanwezig zijn. De hulpofficier van justitie is, de naam zegt het al, een hulpje van de officier van justitie. Taken van de hulpofficier van justitie, in dit geval mijn taken, zijn bijvoorbeeld dat elke aangehouden verdachte voorgeleid moet worden, ik regel de machtigingen voor binnentreding van een woning, want wij mogen niet zomaar iemand zijn woning binnen en daarnaast nog andere taken die daarin weggezet zijn.”

“De nadelen zijn dat je natuurlijk overdag deels ligt te slapen” 

Rob draait in totaal al 24 jaar nachtdiensten. Hij begon op zijn 17de in de horeca als barkeeper en is daarna vanaf zijn 18de bij de politie gekomen. Hoeveel nachtdiensten hij nog draait? Daar antwoordt hij het volgende op: “Wij werken met periodes van vier weken, het verschilt, de ene keer is het twee nachtdiensten per 4 weken, dat kan ook vijf of zes zijn, dus gemiddeld genomen drie maximaal vier nachtdiensten per vier weken, dus dat valt op zich wel mee.” Tot op de dag van vandaag wordt er nog steeds van Rob verwacht dat hij nachtdiensten draait. “Je moet in de nacht blijven werken tot je 55ste, dus ik moet nog wel eventjes.” 

Rob geeft aan dat na zoveel jaren nacht werken hij er niet meer om staat te springen, hoewel hij het vroeger hartstikke leuk vond. “Ik vind het tegenwoordig goed, als ik twee nachtdiensten draai achter elkaar, drie lukt ook nog wel, maar heb ik er vier achter elkaar, dan is de vijfde nacht dat ik weer thuis in mijn eigen bed mag slapen pittig, dan lig ik klaarwakker en dan heb ik er de dagen daarna meer last van. Dat heeft natuurlijk ook gewoon met leeftijd te maken en lichamelijke gesteldheid.” Overigens zijn er wel nog steeds voordelen aan nachtwerk, een voordeel volgens Rob is dat je bijvoorbeeld met een relatief klein clubje werkt aangezien het bureau niet helemaal volgeladen is met mensen, maar alleen met de mensen die in de nachtdienst werken. Dit maakt het makkelijker om gesprekken met elkaar aan te gaan. “De saamhorigheid die dan onderling heerst, is een groot voordeel.” Ook geeft hij aan dat het rijden naar werk makkelijker is aangezien er geen files zijn. En de nadelen? “De nadelen zijn dat je natuurlijk overdag deels ligt te slapen en ‘s nachts ben je aan het werk, je eet anders, je patronen zijn anders en je sociale leven is anders. Je kan niet ’s avonds naar een verjaardag, of even kort, want je moet weer naar je werk, dus daarin kan nachtwerk je belemmeren.’’ 

“We hebben het onderdeel fit en gezond binnen de politie” 

Het is niet standaard dat de nachtdiensten bij de politie korte slaappauzes toelaten, vertelt Rob. Het gebeurt af en toe bijvoorbeeld weleens dat mensen samen rijden en dat er eentje wegzakt. Volgens Rob zou een powernap een hartstikke goed initiatief kunnen zijn. Daar is bij de politie al eens over gesproken, maar verder nooit opgepakt. Volgens Rob zou een powernap eigenlijk heel veilig zijn aangezien je er simpelweg gewoon scherper door wordt. Ook vragen wij Rob of er andere pauzes zijn tijdens de nachtdiensten.  “Meestal, rond de klok van 2:00 uur á 3:00 uur, probeer je toch een beetje gezamenlijk te eten met elkaar tussendoor als er geen meldingen zijn, als het rustig is is er best wel kans dat je met elkaar koffie kan drinken of inderdaad eventjes kan tafeltennissen of biljarten of iets dergelijks, maar dat kan maar twintig minuutjes zijn. Het kan zijn dat je in die twintig minuten net een andere melding hebt of er worden er een paar weggeroepen, dus het is nooit standaard van tussen 2:00 uur en 3:00 uur doen we dit, want je weet niet wat de nacht brengt.” 

“En ben je je bewust van de gezondheidsrisico’s die nachtwerken met zich meebrengt?” vragen wij aan Rob. “Ja, je hoort het weleens hè dat het een beetje inboeten is op je levenskwaliteit. Dat hoor je wel, maar ik doe het nu 24 jaar en word ik daardoor nou echt twintig maanden jonger of ouder of ga ik eerder dood?” Rob denkt wel dat nachtwerk best een invloed kan hebben op je mentale gezondheid, omdat je niet voldoende rust hebt. Verder vertelt hij ons dat gezond eten heel erg belangrijk is om verder gezond te blijven. Zelf geeft de politie voorlichting over de risico’s van nachtwerk. “We hebben het onderdeel fit en gezond binnen de politie, daar wordt je onder andere bewust gemaakt van  weten wat je eet en wat is nou een goede manier van eten? Wat is gezond? Dus daar zijn ze echt mee bezig.” 

Rob vertelt dat de invloed van nachtwerk op collega’s verschillend is. Je kan het volgens hem wegzetten op leeftijdscategorie. Jongere collega’s zijn meer geneigd om nachtdiensten te draaien, omdat ze het leuk vinden dat er dan meestal spannende meldingen zijn van bijvoorbeeld inbrekers. De meeste jonge medewerkers komen volgens Rob de nacht door met blikjes redbull, veel zoetigheid en een ongezonde levensstijl. Dit ambieert hij niet. Naarmate collega’s ouder worden daarentegen zegt Rob, werken ze liever niet zoveel nachtdiensten. “Wat zou nachtwerken dragelijker maken volgens jou?” vragen we als laatste. “Ja, ik weet niet hoe het in andere bedrijven zit, maar het kunnen faciliteren van een powernap om het zo maar te zeggen, dus zorgen dat er een goede stoel staat of iets dergelijks, zou denk ik bij ons nog wel een verbetering aanbrengen.”